Warschau, 1937. Het spook van het fascisme hangt over Europa. De Joodse maffia regeert de stad vóór het begin van de Tweede Wereldoorlog onder leiding van Buddy Kaplica, een Poolse socialistische gangster met goede connecties. Zijn rechterhand, de meedogenloze joodse bokser Jakub Szapiro, droomt ervan zijn plaats in te nemen en koning van Warschau te worden. Hij neemt Moyshe Bernsztajn onder zijn hoede, een jonge jongen in wie hij zijn opvolger ziet. Het conflict tussen socialisten en fascisten is op zijn hoogtepunt, Buddy en Szapiro zijn verwikkeld in een politieke samenzwering aan de top van de regering en een bendeoorlog, die het lot van Warschau en het hele land zou kunnen bepalen. Verscheurd tussen zijn loyaliteit aan zijn baas en zijn ambitie, zal Jakub een beslissende strijd om de macht beginnen in de straten van de stad.