Mevrouw Ko, Tung Kwok-hing, liegt tegen haar man, de heer Ko Shiu-tong, dat de weesjongen die ze mee naar huis neemt, zijn lang verloren gewaande illegale zoon, Ko Yee-ho, is. Meneer Ko gelooft dat Yee-ho een betere erfgenaam zal zijn dan zijn oudste zoon, Ko Yee-tai, wat ertoe leidt dat mevrouw Ko Yee-ho uit woede het huis uit schopt. Dakloos, krijgt Yee-ho een voorproefje van de bitterheid in het leven en is vastbesloten om naar huis terug te keren en wraak te nemen op zijn geadopteerde familie onder een andere naam. Ondertussen ontmoet hij zijn beste jeugdvriendin Tsui Sum, die net haar familiebedrijf had overgenomen. Yee-ho besluit haar liefde te winnen, in het volste vertrouwen dat hij ook haar nieuwe rijkdom zal winnen. Oude banden, geheimen en herinneringen aan een jeugdliefde komen echter terug om hem te achtervolgen terwijl hij een weg begint in te slaan die het leven bedreigt van iedereen die hem dierbaar is.